Is missen menselijk? Neuroloog Rik Vandenberghe geeft meer duidelijkheid over geheugenproblemen

is missen menselijk

Is het verstrooidheid, een teken van ouderdom of beginnende dementie? Terwijl we ons koortsachtig proberen te herinneren waar onze auto staat, schiet die vraag weleens door ons hoofd. Professor Rik Vandenberghe schept meer helderheid rond geheugenproblemen en geeft tips om je brein langer fit te houden.

De Expert

Professor Rik Vandenberghe is kliniekhoofd neurologie aan het UZ Leuven

Als het een troost mag zijn: niemand ontsnapt aan de achteruitgang van het geheugen, een van de meest voorkomende kenmerken van veroudering. ‘Vanaf je dertigste gaat je geheugen stelselmatig achteruit en begint het brein ook fysiek te krimpen’, zegt professor Rik Vandenberghe.

‘Ons procedurele geheugen – verantwoordelijk voor aangeleerde herinneringen zoals autorijden, fietsen en lezen – is vrij goed bestand tegen dit verouderingsproces. In tegenstelling tot het episodisch geheugen, waarin recent aangeleerde zaken en persoonlijke gebeurtenissen worden opgeslagen. Hierdoor verloopt het aanleren van nieuwe dingen steeds moeizamer. Wat daarbij hoort: moeite hebben met het oproepen van eigennamen. Grootouders die zich niet meteen de naam van hun kleinkinderen herinneren, het is een klassiek voorbeeld. En vrij onschuldig.’

Schaamte

Wanneer moet je je wél zorgen maken?

Rik Vandenberghe: ‘Als je geheugen veelvuldig begint te struikelen over woorden die je vaak gebruikt. Het kan een van de eerste tekenen van alzheimer zijn, de meest voorkomende oorzaak van dementie.

Ook problemen met het topografisch geheugen duiken frequenter op. De parkeerplek van je auto vergeten, dat kan iedereen weleens overkomen. Het wordt pas alarmerend als het frequent gebeurt. Men verliest zijn oriëntatiegevoel in de vertrouwde omgeving, vergeet consequent waar bepaalde voorwerpen werden opgeborgen… Bepaalde activiteiten, zoals het uitvoeren van financiële verrichtingen of het lezen van een boek lukken niet meer optimaal.’

Wat kan je best doen als je je zorgen maakt over je geheugen of dat van iemand in je omgeving?

‘Deskundig advies inwinnen. Sommige mensen proberen de symptomen nog een tijdje te ontkennen of verbergen, want er zit best wat schaamte op geheugenproblemen. Nochtans kan een diagnose helpen om beter met een ziekte zoals dementie om te gaan. Het voorkomt frustraties, ruzies of conflicten.

Via een deskundig onderzoek kunnen we dementie in een vroeg stadium opsporen. Veel vijftigers en zestigers met milde klachten kunnen we na onderzoek trouwens vaak geruststellen. Geheugenproblemen zijn soms te wijten aan slaapstoornissen of emotionele problemen. Dat neemt niet weg dat rond de leeftijd van zestig twee op duizend mensen de diagnose dementie krijgt. Dat cijfer verdubbelt om de vijf jaar. Bij de 85-jarigen kampt zo’n vijftien tot dertig procent met de ziekte, die wel nog een tijdje onder controle gehouden kan worden met medicatie.’

Hersenmist
‘Er wordt wel eens geklaagd over hersenmist of brain fog. Eerst en vooral: er is geen link met dementie. Nee, patiënten krijgen er soms mee te maken na een covidinfectie of chemotherapie. Hersenmist tast het werkgeheugen aan, waardoor men sneller afgeleid is of taken moeilijker volbracht kunnen worden.’

Vergt dementie, eens vastgesteld, een aangepaste omgang met de kleinkinderen?

‘We adviseren om het contact zoveel mogelijk voort te zetten. De komst en het zien opgroeien van een kleinkind is voor veel patiënten een van de redenen waarom ze er nog graag bij zijn. Uiteraard neem je best de nodige veiligheidsmaatregelen. Laat je rijvaardigheid checken als je in het beginstadium van alzheimer nog regelmatig de kleinkinderen oppikt aan de schoolpoort. Baby’s en peuters hebben sowieso continu veilig toezicht nodig.’

LEES OOK > Oma is in de war: hoe dementie uitleggen aan een kleuter?

Puzzel je fit

Zijn er in het algemeen manieren om je brein langer fit te houden?

‘Heel zeker. Alzheimer valt voor zo’n zeventig procent toe te schrijven aan genetische factoren, daar heb je dus weinig vat op. Maar grote studies wijzen ook op de impact van je levensstijl. Voldoende lichaamsbeweging is belangrijk. Vijf keer per week een halfuurtje fietsen of huishoudelijke activiteiten verrichten? Alle beetjes helpen. Een goede nachtrust, zo’n zeven tot acht uur slaap per nacht, is essentieel.

Daarnaast is een gezond voedingspatroon – met voldoende fruit, groenten, bessen, noten en zaden, en een beperkte hoeveelheid vlees – aan te raden. Je alcoholgebruik beperk je best tot maximum twee eenheden per dag en tien per week, waarvan twee dagen onthouding. Ook roken is een boosdoener, want slecht voor de bloedvaten. Andere risicofactoren, zoals een verhoogde bloeddruk of hoge cholesterol, vallen gelukkig goed te behandelen.’

‘De leukste manier om je brein fit te houden? Een spelletje memory met de kleinkinderen’

Wordt je brein blij van hersenstimulerende activiteiten zoals woordpuzzels en sudoku’s?

‘Wat primeert, is dat je dingen blijft doen die je graag doet. Voor de ene is dat het oplossen van kruiswoordraadsels, voor een ander is dat boeken lezen, dansen of bridgen. Onderhoud je interesses, je hobby’s en je sociale contacten.

Ook het contact met je kleinkinderen, gezamenlijke uitstapjes of hulp bij het huiswerk zijn hersenstimulerende activiteiten. Een spelletje memory? Ideaal. Veel grootouders zullen wel merken ze het moeten afleggen tegen de kleinsten. (glimlacht)’